Wanneer is het houden van paarden in overeenstemming met een woonbestemming?

Wanneer is het houden van paarden in overeenstemming met een woonbestemming?

Is het houden van paarden in overeenstemming met een woonbestemming? Over deze vraag diende de Raad van State zich in een uitspraak van 17 september 2025 uit te laten naar aanleiding van een handhavingsverzoek gericht tegen (het gebruik van) een paardenbak.

Bij het antwoord op de vraag of het houden van paarden in overeenstemming is met een woonbestemming zijn de specifieke feiten en omstandigheden van het geval van belang, aldus de Afdeling. Daarbij is bepalend of de ruimtelijke uitstraling die dat gebruik gezien zijn aard, omvang en intensiteit heeft, van dien aard is dat deze planologisch gezien niet meer valt te rijmen met de woonfunctie van het betrokken perceel. Voorzieningen voor het houden van paarden, zoals een paardenbak, moeten hierbij worden betrokken.

Aan de hand van deze maatstaf komt de Afdeling tot het oordeel dat in dit specifieke geval dat de paardenbak niet in strijd is met de geldende woonbestemming. De paardenbak wordt uitsluitend voor privédoeleinden gebruikt, en niet bedrijfsmatig. Verder is sprake van een ruim perceel dat voorheen voor agrarische doeleinden werd gebruikt, is de woning als woonboerderij aangeduid in het bestemmingsplan en ligt het perceel binnen gebied dat op grond van de geldende bestemming “Landelijk gebied” niet alleen voor wonen, maar ook nog steeds voor onder meer agrarische bedrijven is bestemd.

Naar deze specifieke feiten en omstandigheden komt de Afdeling tot het oordeel dat een paardenbak valt te rijmen met de bestemming. Het college van Gemeente Waadhoeke hoefde dus niet handhavend op te treden. Waren er bijvoorbeeld (veel) meer voorzieningen geweest en waren er bijvoorbeeld aanwijzingen dat ook derden de paardenbak gebruikten, dan was het oordeel van de Afdeling wellicht anders geweest.

Ook uit deze uitspraak van de Afdeling volgt dat de specifieke feiten en omstandigheden leidend zijn bij de beoordeling van een handhavingsverzoek en het voor het betrokken bestuursorgaan zaak is om deze voorafgaand aan een besluit nauwgezet in kaart te brengen en vast te leggen in een rapportage. Dit geldt zowel voor de feitelijke situatie op een perceel, als voor de ruimtelijke uitstraling vanwege een bepaald gebruik van een perceel.