Aan dubbel opzet wordt niet voldaan; geen medeplichtig aan cocaïnewasserij

Aan dubbel opzet wordt niet voldaan; geen medeplichtig aan cocaïnewasserij

De rechtbank Rotterdam heeft in een vonnis van 19 maart 2024 de verdachte vrijgesproken van medeplichtigheid aan het bereiden, verwerken en aanwezig hebben van cocaïne. Het vereiste dubbel opzet kon niet worden bewezenverklaard.

Wat speelde er in deze zaak?
De verdachte heeft de woning aan een man en vrouw onderverhuurd. De verdachte heeft daarbij afgesproken dat de huur EUR 2.000,– per maand was. Door de vrouw is contant EUR 4.900,– betaald ter voldoening van één maand huur, de borgsom en een commissiebedrag. Aan de man en vrouw zijn toen twee sleutelsets overhandigd, inclusief de sleutel voor de bijbehorende garage. Door de verdachte is geen enkel onderzoek gedaan naar de identiteit en de achtergrond van deze personen. Ook is er geen huurovereenkomst opgesteld.

Het Openbaar Ministerie voert aan dat de verdachte een gewaarschuwd mens was, omdat hij er in 2017 door de politie expliciet op is gewezen dat hij zich moet houden aan voorwaarden die van toepassing zijn op verhuur, dat hij de identiteit van huurders moet controleren en eventueel onderzoek naar rechtmatig verblijf moet doen. Ook is hij gewezen op de risico’s die zijn verbonden aan contante betaling.

De verdachte heeft dit alles nagelaten, waardoor hij willens en wetens het risico heeft genomen te verhuren aan niet-bonafide huurders, aldus de officier van justitie. Nu in de woning een cocaïnewasserij is aangetroffen, heeft de verdachte – gezien zijn handelwijze – in ieder geval voorwaardelijk opzet gehad op de medeplichtigheid aan het bereiden, verwerken en aanwezig hebben van de in de wasserij aangetroffen cocaïne, zo stelt de officier van justitie.

De rechtbank volgt de officier van justitie niet. Hoewel het de verdachte te verwijten valt dat hij niet de nodige voorzichtigheid heeft betracht voorafgaand aan het beschikbaar stellen van de woning, wordt daarmee nog niet aan het vereiste dubbel opzet voldaan. Om tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde medeplichtigheid te kunnen komen, dient namelijk sprake te zijn van enerzijds opzet op het beschikbaar stellen van de woning aan de medeverdachten en anderzijds opzet op het gronddelict gepleegd door die medeverdachten, zijnde het bereiden, verwerken en aanwezig hebben van cocaïne.

Het vereiste dubbel opzet volgt niet uit het dossier. Daarbij is van belang dat de verdachte uit de gang van zaken rondom de verhuur wellicht had kunnen afleiden dat het risico aanwezig was dat de woning gebruikt zou gaan worden voor illegale praktijken (in algemene zin), maar daaruit kan niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte zich bewust was of had kunnen zijn van de aanmerkelijke kans dat een cocaïnewasserij in de woning zou worden gevestigd.

De rechtbank spreekt de verdachte voor dit tenlastegelegde feit dan ook vrij.