Of sprake is van een woning, moet worden bepaald aan de hand van de feitelijke situatie

Of sprake is van een woning, moet worden bepaald aan de hand van de feitelijke situatie

Een bewoner van een woning kan als zijn of haar woning wordt binnengetreden of doorzocht een beroep doen op het woonrecht. Zoals de Raad van State recent al overwoog, kan deze bescherming alleen worden ingeroepen als sprake is van een woning. Verder komt dit recht alleen toe aan de persoon die op het moment van de binnentreding of doorzoeking de bewoner was. Of dat het geval is, moet worden bepaald aan de hand van feitelijke situatie.

Uit een uitspraak van de Afdeling van 30 april 2025 volgt dat een inschrijving in de Brp of de tenaamstelling van een huurovereenkomst daarbij niet leidend zijn. In deze zaak werden namelijk andere personen in de woning aangetroffen, beschikten deze personen over een sleutel en bleek de huurder (langdurig) in het buitenland te verblijven. Op basis van deze feiten staat volgens de Afdeling vast dat de huurder op het moment van binnentreden geen bewoner van de woning meer was. Omdat de huurder geen bewoner was, kan geen beroep op het woonrecht worden gedaan. Het relativiteitsvereiste staat hieraan in de weg.