In een uitspraak van 16 juli 2025 bevestigt de Raad van State dat artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet een grondslag biedt voor het (tijdelijk) in beslag nemen van honden. Wel is uiteraard noodzakelijk dat vanwege het gedrag van de honden sprake is van een verstoring van de openbare orde, of in elk geval de ernstige vrees aanwezig was voor het ontstaan daarvan. Dat is bijvoorbeeld het geval als sprake is van (dreigende) bijtincidenten met dieren of mensen die tot onrust in een woonomgeving leiden.
Anders dan de rechtbank, vond de Afdeling dat de burgemeester van de Gemeente De Wolden voldoende had gemotiveerd dat van een dergelijke situatie sprake was en hij bevoegd was tot een tijdelijke inbeslagname van twee herdershonden, Rex en Max. Deze honden waren namelijk betrokken bij een reeks van incidenten. Bij een laatste incident waren schapen verwond en omgekomen en dit incident had tot de nodige onrust in de buurt geleid. Naar aanleiding van dit laatste incident zijn Rex en Max door de burgemeester tijdelijk inbeslaggenomen en onderzocht. Deze tijdelijke inbeslagname was volgens de Afdeling verder proportioneel, waarbij de Afdeling ook het gedrag van de eigenaren van de honden betrekt. Eerder waren door andere honden van deze eigenaren ook al schapen doodgebeten.
Volgens de Afdeling was verder voldoende duidelijk dat sprake was van een tijdelijke inbeslagname, en niet van een permanente ontneming van eigendom in de vorm van een herplaatsing. Voor dit laatste biedt het bepaalde in artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet namelijk onvoldoende grondslag. De Afdeling oordeelt ook hier anders dan de rechtbank en wijst op de tekst van het besluit en op de feitelijke teruggave van de honden aan de eigenaren. Dit laatste overigens wel onder voorwaarden die door de burgemeester waren neergelegd in een nieuwe beslissing op bezwaar die noodzakelijk was vanwege de uitspraak van de rechtbank.
Alhoewel het hoger beroep van de burgemeester slaagt, is het wel de vraag of het eindresultaat ook tot tevredenheid zal stemmen bij de burgemeester. Omdat de uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, vervalt hiermee ook de nieuwe beslissing op bezwaar met beperkende voorwaarden. Gelet op de resultaten van de onderzoeken – en waaruit volgt dat met name bij Max zonder maatregelen een zeer hoog risico bestaat – is dit niet de meest wenselijke uitkomst. Goed voorstelbaar is dat de burgemeester snel tot oplegging van nadere voorwaarden zal willen overgaan.