Procesbelang bij een verzoek om intrekking van een reeds geëindigde omgevingsvergunning

Procesbelang bij een verzoek om intrekking van een reeds geëindigde omgevingsvergunning

Indien om intrekking met terugwerkende kracht van een reeds geëindigde omgevingsvergunning wordt verzocht, komt de vraag op of de verzoeker nog (voldoende) procesbelang heeft bij dit verzoek. Dat is het geval indien de rechtsgeldigheid van deze vergunning het uitgangspunt is in een lopende civielrechtelijke procedure (bijvoorbeeld een huurovereenkomst op grond van de Leegstandswet), en het antwoord op de vraag of de vergunning met terugwerkende kracht moet worden ingetrokken dus van belang is voor de (proces)positie van de verzoeker in die procedure.

De Raad van State oordeelde in een uitspraak van 3 september 2025 aan de hand van deze maatstaf dat een verzoeker nog voldoende belang had bij zijn beroep tegen het niet beslissen door de Gemeente Bergen NH op een ingediend bezwaar. Inhoudelijk gezien schiet de verzoeker er overigens niet veel mee op. Zijn bezwaar was gericht tegen een e-mail van een advocaat van de gemeente waarin werd aangegeven dat het college niet aan het intrekkingsverzoek tegemoet zou komen. De advocaat was echter niet gemandateerd om besluiten te nemen en deed zich ook overigens niet als bevoegd namens het college voor. De e-mail was dus niet afkomstig van een bestuursorgaan en daarmee ook geen besluit als bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht. De bezwaren gericht tegen dit besluit waren dan ook kennelijk niet-ontvankelijk volgens de Afdeling.

Deze zaak roept wel de vraag op of hier een procedure van 3 jaar voor nodig was om tot dit oordeel te komen. Indien (tijdig) een beslissing op bezwaar zou zijn genomen met deze inhoud, dan was de zaak daarmee wellicht al duidelijk voor partijen geweest.