Welkom op onze nieuwsbriefpagina. Regelmatig publiceren wij hier de highlights op het gebied van het bestuursrecht, het strafrecht, het boete- en sanctierecht en het (overheids)aansprakelijkheidsrecht. Hierbij ligt de nadruk op actuele ontwikkelingen in wetgeving en jurisprudentie en actualiteiten gerelateerd aan ons kantoor.
Nieuwsbrief oktober 2021
Inhoud
1. Wet open overheid treedt op 1 mei 2022 in werking – Olga de Vries
2. RTL Nieuws: Gedupeerden toeslagenaffaire vangen bot bij claimen werkelijke schade – Remko Wijling
3. Bestuurlijke boete onderuit door schending rechtszekerheidsbeginsel – Oswald Jansen
4. Bestuurlijke boete online kansspelen – Oswald Jansen
Wet open overheid treedt op 1 mei 2022 in werking – Olga de Vries
Op 5 oktober 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het initiatiefvoorstel Wet open overheid (“Woo”). Daarmee is de langverwachte Woo – die op 1 mei 2022 in werking zal treden – als vervanging van de Wet openbaarmaking van bestuur (“Wob”) een feit. Hieronder zal worden ingegaan op de achtergrond van de Woo en de relevante verschillen tussen deze nieuwe wet en de Wob.
Achtergrond Woo
De Woo heeft als doel overheden en semi-overheden transparanter te maken. Deze nieuwe wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Met de inwerkingtreding van de Woo zal de Wob komen te vervallen en geldt er dus een nieuw openbaarmakingsregime voor overheden en semi-overheden. Uit de Memorie van Toelichting volgt dat met de Woo een cultuurverandering bij de overheid wordt beoogd ten aanzien van de omgang met informatie.
Het initiatiefvoorstel Woo heeft een lange weg afgelegd. Een eerste initiatiefvoorstel werd in 2012 ingediend door de Tweede Kamerleden Snels (GroenLinks) en Van Weyenberg (D66) en in 2016 door de Tweede Kamer aangenomen. Een impactanalyse van het eerste initiatiefvoorstel Woo wees in 2017 echter uit dat het wetsvoorstel in zijn toenmalige vorm onuitvoerbaar en extreem duur was. Om tegemoet te komen aan de kritiek over de uitvoerbaarheid en de kosten van het eerdere initiatiefvoorstel, hebben de initiatiefnemers in januari 2019 een gewijzigd initiatiefvoorstel ingediend dat thans door beide Kamers is aangenomen.
Verschillen Wob en Woo
De Woo kent allereerst een bredere reikwijdte dan de Wob. Naast bestuursorganen is de Woo ook van toepassing op een aantal van de in artikel 1:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht van het begrip bestuursorgaan uitgezonderde organisaties en semipublieke instellingen. Zo is de Woo onder meer ook van toepassing op beide Kamers, de Rekenkamer en de diverse ombudsmaninstanties.
Daarnaast is in de Woo de verplichting tot actieve openbaarmaking versterkt en uitgebreid. De Woo verplicht het actief maken van elf categorieën overheidsinformatie en geeft een inspanningsverplichting voor de openbaarmaking van overige informatie.1 Daarnaast dienen bestuursorganen een elektronisch register bij te houden van de bij het bestuursorgaan berustende documenten.
Voor wat betreft de passieve openbaarmaking is in de Woo het vereiste dat een verzoek moet zien op een bestuurlijke aangelegenheid komen te vervallen. Ook zijn de weigeringsgronden aangescherpt. Zo is de uitzondering voor vertrouwelijke bedrijfs- en fabricagegegevens een relatieve weigeringsgrond geworden en kent de Woo geen weigeringsgrond voor onevenredige voor- of benadeling. Ook is de weigeringsgrond voor intern beraad specifieker uitgewerkt. Overigens is de wettelijke beslistermijn verkort. Hoewel nog steeds binnen vier weken beslist dient te worden, kan de beslistermijn niet meer met vier weken maar slechts met twee weken verdaagd worden
Tot slot is een anti-misbruik bepaling opgenomen in de Woo. Op grond van deze bepaling kan het bestuursorgaan het verzoek om informatie buiten behandeling stellen als de verzoeker kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie of het verzoek evident geen bestuurlijke aangelegenheid betreft. Mijn verwachting is dat de huidige jurisprudentie over misbruik van de Wob een rol zal gaan spelen bij de invulling van de misbruikbepaling uit de Woo.
Afsluitend
Hoewel het doel van de Woo – het transparanter maken van overheden en semi-overheden – valt te prijzen, zijn er ook kritiekpunten te benoemen. Zo stelt de Afdeling advisering van de Raad van State dat het openbaarmakingsregime te complex is geworden voor zowel de burgers als de overheden en semi-overheden. Ook is het maar de vraag of de Woo voor de gewenste bestuursomslag zal zorgen. Hoe de Woo zijn weerslag in de praktijk krijgt, zal de tijd moeten uitwijzen. Het gaat in ieder geval interessant zijn om te kijken hoe de jurisprudentie zich ontwikkeld rondom de Woo. Daarnaast zullen uiteraard nog de nodige uitspraken over de Wob gewezen worden. Wij houden het voor u in de gaten.
1 De elf categorieën zijn: wet- en regelgeving, ontwerpen van wetten waarover extern advies is gevraagd, organisatiegegevens, Kamerstukken, vergaderstukken en verslagen van de Kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal en hun commissies, Agenda’s en besluitenlijsten van de vergaderingen van de ministerraad, adviezen, convenanten, jaarplannen en -verslagen, Verplichtingen tot verstrekking van subsidies, anders dan met een beschikking, informatieverzoeken en de verstrekte informatie, onderzoeksrapporten, beschikkingen, schriftelijke oordelen in klachtprocedures.
RTL Nieuws: Gedupeerden toeslagenaffaire vangen bot bij claimen werkelijke schade – Remko Wijling
Lees de reactie van Remko Wijling op rtlnieuws.nl.
Bestuurlijke boete onderuit door schending rechtszekerheidsbeginsel – Oswald Jansen
De Nederlandsche Bank had forse bestuurlijke boetes opgelegd aan een stichting, een B.V. en vier leidinggevenden (aan het begin van de procedure: EUR 10.000, EUR 25.000, EUR 4.977.500 en EUR 50.000), Het ging om boetes voor het beleggen door en voor een pensioenfonds. De bestuurlijke boetes gingen onderuit omdat de regels niet duidelijk genoeg waren. Het gaat hier om een zeldzaam voorbeeld van een schending van het rechtszekerheidsbeginsel (lex certa) in het economisch en financieel bestuursrecht. Zie CBb 6 oktober 2021, ECLI:NL:CBB:2021:961; zie ook CBb 6 oktober 2021, ECLI:NL:CBB:2021:960).
Bestuurlijke boete online kansspelen – Oswald Jansen
De Kansspelautoriteit legde stevige bestuurlijke boetes op (EUR 270.000 en EUR 100.000). De Afdeling bestuursrecht deed onlangs een interessante en voor het boeterecht belangrijke uitspraak (zie ABRvS 13 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2295). Enkele elementen:
1. rechtsmacht Kansspelautoriteit: de websites over online gokken waren op Nederland en Nederlandse consumenten gericht;
2. Beboeting naast strafvervolging (5:43 en 5:44 Awb): Afdeling zoekt geen aansluiting bij uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven na conclusie AG Keus (CBb 26 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:343) over het relativiteitsvereiste en artikel 8:69a Awb.
3. Hoofdelijke aansprakelijkstelling betaling bestuurlijke boete mag niet zonder uitdrukkelijke wettelijke grondslag (Afdeling zoekt aansluiting bij vaste rechtspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb 5 februari 2019, ECLI:NL:CBB:2019:47);
4. Feitelijke leiding geven: anders dan de rechtbank oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat een persoon die achter een groot aantal bedrijven bestuurder is feitelijke leidinggever is. De Afdeling verwijst hier overigens naar uitspraken die over herstelsancties gaan (ABRvS 21 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2826 en ABRvS 30 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3552).
5. Reformatio in peius: De Afdeling bestuursrechtspraak moet de bestuurlijke boete voor de feitelijke leidinggever zelf vaststellen, en deze wordt lager vastgesteld omdat de overtreders anders met een hogere boete slechter af zouden zijn voor het instellen van hun beroep.